Overig

Transitievergoeding arbeidsongeschikte werknemer: een sigaar uit eigen doos?

517

Met de invoering van de WWZ is de zogenoemde transitievergoeding geïntroduceerd. Elke werknemer wiens arbeidsovereenkomst na twee jaar wordt beëindigd of niet wordt verlengd, heeft in beginsel recht op de transitievergoeding. Dat geldt ook voor langdurig arbeidsongeschikte werknemers. Dit heeft tot veel kritiek geleid. Inmiddels zijn door minister Asscher nadere maatregelen aangekondigd en is er een concept wetsvoorstel geformuleerd.

Vooral werkgevers vinden het onrechtvaardig dat zij na de verplichte loondoorbetalingsperiode van twee jaar bij beëindiging van het dienstverband met een zieke werknemer ook nog eens een transitievergoeding moeten betalen, ook wanneer de ziekte niets met het werk te maken heeft. In de praktijk heeft dat ertoe geleid dat veel dienstverbanden met zieke werknemers na het einde van de loondoorbetalingsverplichting ‘slapend’ worden gehouden en formeel niet worden opgezegd. Dat zorgt er namelijk voor dat (nog) geen transitievergoeding verschuldigd is. Hoewel Asscher eerder aangaf dat dat wat hem betreft niet getuigt van fatsoenlijk werkgeverschap, wordt dit in de rechtspraak toelaatbaar geacht en levert dat in beginsel geen strijd op met goed werkgeverschap. Ook het Hof Den Haag bevestigde onlangs dat het slapend laten voortbestaan van een arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer geoorloofd is. Geheel zonder risico is het echter niet, want wanneer de werknemer op enig moment weer (gedeeltelijk) arbeidsgeschikt wordt, zal hij weer toegelaten moeten worden tot de werkzaamheden bij werkgever en herleeft mogelijk de loondoorbetalingsverplichting. Het dienstverband bestaat immers nog.

Eerder dit jaar kondigde Asscher aan dat de transitievergoeding na twee jaar ziekte blijft bestaan, maar dat de werkgever gecompenseerd zal worden uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hoe dat er precies uit zou komen te zien en of de maatregel ook met terugwerkende kracht zou gaan gelden was lange tijd onbekend. Inmiddels is het wetsvoorstel bekend gemaakt. In beginsel zullen werkgevers door het UWV vanuit het Awf volledig worden gecompenseerd voor de kosten van de transitievergoeding. Daar staat wel een verhoging van de (uniforme) premie tegenover. In zekere zin betalen werkgevers dus wel mee aan de compensatie en zou je kunnen stellen dat (gedeeltelijk) sprake is van een sigaar uit eigen doos. De maatregel geldt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015, dus ook al betaalde transitievergoedingen komen voor compensatie in aanmerking.

Er zitten nog wel wat mitsen en maren aan de voorgestelde maatregel. Zo bedraagt de compensatie niet meer dan het bedrag aan transitievergoeding waarop de werknemer recht zou hebben op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting eindigt. Daarmee wil men voorkomen dat partijen het dienstverband vervolgens langer laten duren ter verkrijging van een hogere vergoeding/compensatie. Verder zal de compensatie niet hoger zijn dan het bedrag dat door de werkgever aan loon is betaald tijdens de verplichte loondoorbetalingsperiode. De maatregel is immers bedoeld ter voorkoming van cumulatie van kosten. De periode van een eventuele loonsanctie telt overigens niet mee bij de berekening van de hoogte van de compensatie. Nadere (procedurele) regels met betrekking tot de aanvraag en verstrekking van de compensatie zullen nog worden opgesteld.

Hoewel nog niet definitief, is het van belang om met deze nieuwe informatie nog eens te beoordelen of het slapend houden van het dienstverband met een zieke werknemer nog wel verstandig is. De compensatie zal namelijk niet zien op de opgebouwde
transitievergoeding na afloop van de loondoorbetalingsperiode. Enige redding lijkt in ieder geval nabij, zij het dat werkgevers (indirect) zullen bijdragen aan deze ‘reddingsboei’.

Tamara Andeweg
Van den Herik & Verhulst