Overig

Dat vervelende en nuttige concurrentiebeding

492

In een aantrekkende economie hebben veel mensen vragen over het concurrentiebeding. Ondernemerschap lonkt maar daar is dat vervelende beding waarbij de reikwijdte en de geldigheid niet altijd duidelijk is maar in ieder geval wel hinderlijk. Een werkgever heeft juist alle belang bij een concurrentiebeding om te voorkomen dat de werknemer hem concurrentie gaat aandoen. Een patstelling dus.

In tijdelijke arbeidscontracten is het sinds 1 januari 2015 alleen mogelijk een concurrentiebeding te sluiten als uit een schriftelijke motivering van de werkgever bij dit beding blijkt dat dit beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. Vóór 1 januari 2015 gold deze extra eis niet en was het dus makkelijker om een geldig concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overeen te komen.

Maar wat geldt nu als er een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd vóór 1 januari 2015 is gesloten, en deze arbeidsovereenkomst na deze datum voor bepaalde tijd wordt verlengd?

Op 27 september 2016 oordeelde het Hof Amsterdam over deze vraag.

Partijen sloten op 1 maart 2014 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 1 september 2014. Daarop volgt een tweede overeenkomst van 1 september 2014 tot 1 maart 2015 met daarin een concurrentiebeding zonder motivering van de werkgever. Ook is in deze overeenkomst opgenomen dat, als partijen de overeenkomst niet tegen 1 maart 2015 beëindigen, deze stilzwijgend wordt verlengd tot 1 maart 2017.

Geoordeeld werd over de vraag of de arbeidsovereenkomst is overeengekomen met ingang van 1 september 2014 waardoor hierop het oude recht nog van toepassing is en dus geen motivering van het concurrentiebeding is vereist.  Of is er een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten na 1 januari 2015 en ingaande per 1 maart 2015, waarop het nieuwe recht van toepassing is?

Volgens de wet is sprake van een stilzwijgende voortzetting als partijen de arbeidsovereenkomst zonder tegenspraak voortzetten. Is dat het geval dan geldt de arbeidsovereenkomst voor dezelfde tijd en onder dezelfde voorwaarden als de arbeidsovereenkomst daarvóór. Op basis hiervan oordeelde het Hof dat er geen sprake was van een stilzwijgende voortzetting van de arbeidsovereenkomst. De laatste arbeidsovereenkomst was namelijk voor een andere duur (twee jaar) aangegaan dan de arbeidsovereenkomst die daarvoor gold (voor zes maanden). Er is dan een nieuwe arbeidsovereenkomst aangegaan en wel op 1 maart 2015 waarop het nieuwe recht van toepassing is. Nu een motivering van het concurrentiebeding ontbreekt, is het beding nietig. Hieruit volgt dat een werkgever die een concurrentiebeding wil opnemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, aangegaan of verlengd op of na 1 januari 2015, aan de eis van de schriftelijke motivering dient te voldoen. Voor de ondernemende werknemer biedt deze uitspraak kansen om onder het beding uit te komen en is het raadzaam de contractuele geschiedenis te checken.